Verhaal: Hoe lang duurt rouw?

Haar verdriet duurde al lang. Ze zei me: “ze zeggen wel eens dat rouw slijt, maar dat is niet zo. Rouw slijt in en het wordt steeds pijnlijker”. Ze was al lang geleden gescheiden en nu was haar enige zoon overleden. Eenzaam doolde ze rond in haar leven op zoek naar houvast. Haar vrienden vonden het ook genoeg geweest, er was genoeg over zoonlief gesproken. Ik zat bij haar en haar verdriet was zo groot en overweldigend, dat we een poosje stil waren. Toen vertelde ze over haar zoon, hoe hij was, wat zijn plannen waren, hoe trots ze op hem was.

We spraken over rouw die vaak grillig is. Soms lijkt het over, maar dan is er een geur, een geluid of een beeld en je dag is weer vol tranen. Na twee jaar was er wel iets veranderd, rouwen was geen dagtaak meer, er kwam soms weer ruimte voor andere dingen. En dan weer voelde ze zich terug bij af. Ik vroeg haar wat ze zelf vond van haar rouwproces. “Het moet over zijn”, zei ze. “Van wie?”, vroeg ik haar. Ze wist het niet. Rouwen is zwaar, maar verdrietig zijn en het jezelf eigenlijk niet toestaan, dat is nog veel zwaarder. Hoe zouden haar vrienden haar nabij kunnen zijn, als ze haar eigen proces veroordeelde. Rouwen mag, als het twee jaar duurt, of vijf jaar of tien jaar. Ze huilde van opluchting, omdat het weer mocht, hartgrondig verdrietig zijn.      

Verhaal: vergeving en verzoening op de drempel

Via een wijkverpleegkundige in samenspraak met haar cliënt werd ik gevraagd om in gesprek te gaan met een man die zijn levenseinde onder ogen moest gaan zien.

Stilletjes lag hij in zijn bed – te ziek om veel te praten. Zijn krachten waren in de laatste week sterk afgenomen, hij reageerde emotioneel op mijn komst. Toen ik zijn emoties ter sprake bracht, begon hij te vertellen over de onenigheid die hij had met zijn broers en zus. Het contact was al ruim een half jaar verbroken. De reden daarvan was dat zij het hem kwalijk namen dat hij testamentair had vastgelegd dat zijn geld na zijn overlijden geschonken zou worden aan een goed doel.

Nu hij voelde dat zijn leven ten einde liep, wilde hij niets liever dan zijn broers en zus ontmoeten om in vrede afscheid van elkaar te nemen. Met toestemming van deze man heb ik zijn familie gebeld en de vraag van hun broer aan hen voorgelegd.

Men was bereid om gezamenlijk naar hem toe te komen. De man had mij gevraagd bij dit gesprek aanwezig te zijn om zijn onrust én zijn verlangen te verwoorden en wanneer nodig te bemiddelen. Beiden bleken nodig te zijn. Na een korte tijd heb ik de familie gevraagd of zij zich even wilden terugtrekken om het gesprek nog eens te resumeren en daarna samen verder te praten. Vergeven is geen witkalk – je poetst gedane zaken en de gevoelens die dat met zich meebrengt niet zomaar weg. Vergeving heeft woorden nodig, overdenking en tijd. Juist aan dat laatste ontbrak het ons. Dus daarom het gesprek diezelfde middag voortgezet. God zij dank overwon het verlangen van de man het van de boosheid van de familie.

Na twee dagen is deze man overleden – in rust.